OPEN Tervuren-raadsleden Roos Vanbegin en Nathalie Vanaudenhaegen waren nieuwsgierig naar de aanpak in Overijse. Tijd voor een online gesprek met professor, schepen en huisarts Dirk Devroey.
Het waren drukke tijden voor u. Hoe ervaarde u de coronacrisis?
Dirk: “Klopt ja. De lokale overheid heeft heel wat opdrachten. Tervuren en Overijse organiseerden meteen in maart elk een triagecentrum. Onmiddellijk ontstonden gesprekken tussen de artsen om dit samen te regelen. Samen sterker. Toen konden we het nog meester in onze eigen gemeente. Net voor de zomer sloot het centrum in Tervuren. Zo begonnen we een gezamenlijk testcentrum in het MCH van Wezembeek-Oppem, samen met een satellietpost in Hoeilaart. Dat werkte vlot tot 10 november. We konden de stroom patiënten niet meer aan en kozen dan voor een groot testcentrum in Tervuren, opgezet met 5 gemeenten van onze eerstelijnszone. Nu bundelen we de capaciteit van 5 gemeenten, wat resulteert in 350 testen per dag. Voordien was dat voor Wezembeek en Hoeilaart samen ongeveer 220. Nu werken we efficiënter. De capaciteit is bijna verdubbeld. Hiervoor stelden we een overeenkomst op waarbij de 5 gemeenten proportioneel bijdragen naargelang hun aantal inwoners. We financieren dit samen.”
Wat is voor lokale besturen het grootste verschil tussen de eerste en tweede golf?
Dirk: “De eerste golf in maart beperkten de gemeenten zich tot de organisatie van een triagecentrum. Er was wel samenwerking voor het opzetten van een schakelzorgcentrum in Vilvoorde. De nadruk lag vooral op blussen… Het huis stond toen al in brand.”
“Nu in de tweede golf zijn de gemeenten veel meer geactiveerd. Pas in juli werd de eerstelijnszone opgericht. Nu zijn de gemeenten betrokken bij de contact- en bronopsporing. Dat was geen verplichting. We mochten zelf kiezen om dit wel of niet te doen. De focus ligt vooral op kwetsbare ouderen. We moeten lokaal zorgen dat we hen niet verliezen. Als je ouder bent en binnen zit of je krijgt de nodige hulp niet… dan kwijnen die mensen stilletjes weg. In Overijse hebben wij alle tachtigplussers opgebeld om te horen of zij hulp nodig hadden. Voor hen was het vaak al een verademing om nog eens met iemand te kunnen spreken.”
“De eerstelijnszone was in de tweede golf een belangrijke katalysator. De voorzitters van de huisartsenkringen en de testcentra komen elke week samen. Er werd ook een werkgroep noodplancoördinatoren opgericht om ervaringen uit te wisselen. We leren van mekaar en dagelijks wisselen we informatie en goede ideeën uit. Zo hebben we in de regio de mensen samengebracht die instaan voor veiligheid en zorg. Samen werken we aan een betere beheersing van de coronacrisis in de gemeente. “
Er is veel te doen rond eenzaamheid en het feit dat onze senioren geïsoleerd worden. Rond het contactverbod in woonzorgcentra. Onze collega Roos verloor haar moeder aan corona. Velen konden niet op een gepaste manier afscheid nemen. Welke impact heeft dat?
Dirk: “Als je achteraf terugkijkt, is het afschuwelijk om iemand in deze omstandigheden te verliezen. Het is altijd zeer droevig, maar door corona kon contact niet omdat de mensen besmettelijk waren. Dat is een heel traumatische ervaring. In Overijse hebben wij altijd bezoek toegelaten als mensen in de laatste fase van hun leven kwamen. Of ze nu corona hadden of niet. We ijverden ervoor om een berekend risico te nemen.”
Roos: “Toen ik contact mocht hebben met mijn mama was ze al stervende. Dat is één van de bittere zaken die blijven nazinderen.”
Dirk: “Zorgverstrekkers waren heel onzeker over de gevolgen van contact met buitenstaanders voor de woonzorgcentra. Eens het virus binnen, is het een ramp. Een WZC in Kruisem telde onlangs in één dag 60 besmettingen. Ik kan begrijpen dat de zorgsector in de eerst golf alleen het virus zag. Nu kijken we veel meer naar het sociaal aspect. Dat is een belangrijke wijziging in aanpak.”
Jongeren slaan ook een noodkreet. In Merelbeke brengt de gemeente zelf in kaart hoe het gaat met hun jonge inwoners. Daar peilen ze lokaal naar het welzijn van studenten. Als professor aan de VUB is die problematiek u wel bekend.
Dirk: “Jongeren slaan een noodkreet. Dat zal in het lager onderwijs of het secundair niet anders zijn. Vooral leerlingen, kinderen, studenten die het thuis moeilijk hebben worden enorm getroffen als ze niet naar school kunnen. Thuis leren via een computer is goed voor de happy few die alles hebben én weinig ondersteuning vragen. Voor sommige leerlingen is naar school gaan juist het mooiste moment van de dag omdat er thuis niet altijd rust is. In elke gemeente zijn er zo’n jongeren. Voor hen is het zeer moeilijk. Dat valt niet op als ze op straat lopen of ze volgen Latijn-wiskunde. Het zou lovenswaardig zijn als gemeenten ook hiervoor hun antennes uitsteken en zoeken naar de kwetsbare jongeren. Scholen kunnen hierin een belangrijke rol spelen.”
Nathalie: “Dat is inderdaad belangrijk. Vinger aan de pols houden is niet evident. Zoiets kunnen we opzetten samen met de sociale dienst én de scholen. Een goed voorstel voor de gemeenteraad.”
Dirk: “In Overijse stelden we oude computers ter beschikking voor leerlingen zonder computer. We openden ook een studieruimte voor jongeren toen het hoger onderwijs sloot. Thuis studeren is niet altijd evident. In onze bibliotheek kon dat coronaproof in kleine lokaaltjes.”
Nathalie: “Dat zijn interessante voorstellen om ook in Tervuren op te zetten. Hiermee moeten wij aan de slag gaan. De jeugdraad heeft al meermaals succesvol het ‘blokkot’ georganiseerd.”
Wat denkt u over de positieve geluiden over een vaccin?
Dirk: “Hopelijk is het even doeltreffend als men belooft. Beeld je in dat de huisartsen in Tervuren op 2 weken alle 22 422 inwoners moeten vaccineren. Dat wordt een grote opdracht. Lokale zorgverstrekkers zullen naast de reguliere zorg ook moeten vaccineren. Het lijkt mij het best om dat per gemeente te organiseren in scholen, sport- en cultuurcentra. Mensen moeten het vaccin in veilige omstandigheden krijgen.”
Hoe zit het met de feestdagen, bubbels en knuffelcontacten?
Dirk: “Dat is een moeilijke. Als je beslist dat je mag vieren met 6 personen, dan krijg je meteen een reactie van ‘Ja, maar wij zijn met 7’. Ja, oké 7… maar dan wordt het al snel 8… Vanuit psychologisch standpunt is het goed om mensen perspectief te geven en zeggen dat je kerst mag vieren met je kinderen. Maar wat dan met de kleinkinderen? Of de achterkleinkinderen? Ik begrijp de menselijke factor die een beslissing zeer moeilijk maakt. We zullen nog even moeten afwachten.”
Blijf op de hoogte van Democraten Tervuren door ons te volgen op sociale media.
Hebt u vragen, opmerkingen of suggesties? Aarzel niet ons te contacteren: